Schrijver / blogger / dichter Heidi Koren geeft je maandelijks een update over haar ervaringen als yogi bij YogaNoord. Veel leesplezier!
November 2019
Yin
Als ik de studio binnenkom is mijn favoriete plekje nog vrij. De overige matjes zijn al bezet. Rond de bar hangen vrouwen met blozende wangen en bolle buiken. Ik ga op het kussentje zitten en sluit mijn ogen. Handen open op mijn knieën, diep inademen door de neus en uit door de mond. In mijn hoofd raast een lijstje rond. Alle dingen die ik te doen heb komen voorbij. Vreemd genoeg komen er altijd meer bij als ik druk ben. Ineens moet ik dan ook à la minuut de tuin opruimen, de heg snoeien, naar de stort rijden. Als ik het rustig heb, staan dat soort extra klusjes nooit op mijn lijstje.
Ik gluur naar de vrouwen verderop. Handen op buiken. Ze maken zich klaar voor de komst van een kindje. Ik weet nog goed hoe het was; zwanger zijn, al is het al een miljoen jaar geleden voor mij. In de laatste maanden van mijn zwangerschappen kon ik eindelijk ongegeneerd niks doen. Waarschijnlijk omdat het wel moest, maar toch ook omdat het gevoel van nut te zijn voortdurend al werd ingelost door de zwangerschap zelf.
Volgens mijn lijstje moet ik komend jaar een nieuwe roman en een volgende bundel maken, wekelijks een blog schrijven, de kost verdienen, mijn dochter door de puberjaren heen slepen, zorgen dat ze haar havo haalt. Ik wil ondertussen ook nog een leuke vrouw blijven, bijkans een beetje knap als het kan.
De dames hobbelen de deur uit. Het gezellige gekeuvel verstomt in de gang.
‘Zooo,’ zegt Cindy, terwijl ook zij haar handen open op haar knieën laat vallen, ‘wij doen het eens even rustig aan vanavond dames.’ Ze kijkt me aan alsof dat lijstje van mij aan de buitenkant van mijn hoofd ook zichtbaar is. ‘Het wordt meer een Yinlesje,’ zegt ze, en ze knipoogt naar me. Ze heeft me door. Ik kan helemaal geen Yin lesje gebruiken. Ik moet verdorie rekken en strekken, voordat de hele boel als een plumpudding in elkaar stort. Na je veertigste gaat het rap achteruit moet je weten.
Eerst ademen en tellen, waardoor er niets anders in mijn hoofd lijkt te passen. Dan slome zonnegroetjes. Het lijstje doet nog een poging door te breken: ik moet naar de stort. Ik moet het herfstblad wegruimen en een nieuw gedicht schrijven.
Maar nee, ik moet in de kaars. Het hangt lekker in de kaars. Wat moest ik ook al weer? Naar de stort? Had ik dat pas ook al niet eens gedaan?
De bewegingen zijn traag. We blijven lang in dezelfde houding. Soms is er eerst ongemak, maar we blijven er zo lang in dat het vanzelf lekker wordt. Ik adem een beetje en dat is best nuttig. Nuttig genoeg eigenlijk.
Als ik naar huis fiets in het donker, staat de maan in volle glorie boven de dijk. Ik fiets met een omweggetje terug, alleen maar om het licht even zo mooi over het weiland te zien vallen. Herfstblad opruimen. Waar is dát eigenlijk goed voor? Ik moet helemaal niks. Een beetje rustig aan doen, dát moet ik.